Wintervlokjes, ze dwarrelen zacht Ik voel ze in mijn gezicht Ze zijn koud en vederlicht Dit is de dag waarop ik heb gewacht
Gewacht op de helderheid van de weg, die wordt weerkaatst Door zonlicht die achter de wolken vandaan komt In mij is er nog een beetje boosheid dat gromt Ik weet nog dat ik viel, ik was altijd laatst
De benen en het lijf doen het werk Ze verstijven niet meer van een verassing Het wil zich uitvinden en gaat mee in de vernieuwing Het durven zeggen, omarmen, samen met jou voel ik sterk
Sterk is het gevoel, als iemand je begrijpt en ziet Die net zo veel pijn heeft gekend Op een andere manier, maar net zo ongeremd Het aanstaan, bekennen, uitschreeuwen, zorgen dat het weg gaat; het verdriet
Als het diepe water, het is niet meer gevaarlijk, daar Buiten, in de menigte met vreemden Iedereen weet het en wil elkaar maar kneden Het is maar ontevredenheid, dat is pas waar
Wat waar is, is vaak niet aan de oppervlakte Het is als ijs-sneeuw het water vertroebelt Als je liefde zoekt en dan iemand vertroetelt De behoefte aan boos zijn, zie je als zwakte
Wat je verdient, is onvoorwaardelijke bescherming Tegen de onjuiste angsten en schuldgevoel Als iemand je wil helpen, door je haren woelt zonder eigen doel Kan je het niet geloven en vraag je om bevestiging
Zwakte als je boosheid hebt, is niet slecht Alleen jij weet de waarheid Door het te omarmen, kom je dichter bij de vrijheid Kan je weer lachen met hoofd op en stopt het gevecht
Het gevecht tegen onzekerheid en verstijving Terwijl je lijf erbij was, niet weten wat waar is Je beseft het nu, er is zoveel dat je hebt gemist Je weet nu dat het werkelijkheid is..aaahhh die ontspanning
Wintervlokjes komen je tegemoet Je hebt wind tegen en het is koud Je kan het delen en je weet dat de ander er net zo van houdt Dat is alles wat er nodig is, dezelfde knikker die je hebt ontmoet