Gedicht 9 ‘Een stille schreeuw’

De schim verschijnt in het donker
Ik weet niet meer wanneer het begon
Ik dacht dat ik het wel kon zonder
Zonder slaap totdat ik niet meer verder kon
Je went aan tekorten, kwestie van trainen
Dat zei ik tegen mijzelf, dat dacht ik
Om mijzelf sterker te maken, misschien te ontkennen
Elke keer kwam die donkere schaduw, tot ik wakker schrik
Deze schaduw heeft lange vingers en armen
Ze grijpen mij 's nachts om mijn keel
Ik lig daar; mijn armen en benen verlammen
Mijn lichaam bewegeloos en in mij een harde schreeuw
Een stille schreeuw van binnen heel luid
Ze blijft  vast achter in mijn keel
Maar ondanks pogingen komt er geen geluid
De kracht die mijn keel grijpt is te veel
Elke keer zie ik dezelfde schim
Ben zo bang voor de nachten, onmogelijke krachten
Om weer die berg te trotseren: een onmogelijke klim
Ik wou dat ik het kon voorspellen, zodat ik het kan verwachten
Waarom word ik niet eerder wakker?
Eerder, voordat mijn keel wordt gegrepen?
Waarom kan je niet zomaar een pleister plakken?
Als je het niet eerst begrijpt en wordt begrepen?

Geplaatst

in

door

Tags: