Tijdens het hardlopen vandaag lach ik, ontdek ik dat ik hou van buiten Buiten komt alles samen, sterk voelen de kuiten De benen gaan vanzelf, alles vervaagt Alles vervaagt als een gloed, niemand praat echt Ze zoeken naar zonlicht; er heerst gemoedelijkheid Buiten heeft iedereen een eigen gang, in de vrijheid Vrijheid van buiten, buiten-zon maakt iedereen zo hecht
Op je huid de kou van de wind en de warmte van de zon Wat mij zo opvalt is de stille connectie Tussen alle onbekenden of toch niet, als een mysterie? De bladeren dwarrelen rond en daarnaast een blije hond
Net zo blij als het kind dat mag spelen zonder remmen De ogen zijn helder en hebben puurheid Er zijn geen zorgen, alleen nieuwsgierigheid De vragen die ze stellen, geen schaamte te bekennen
Heerlijk om de vragen niet te hoeven temmen Al lopend keek in de ogen van een oude man Aan zijn postuur zag je verschil in wat zijn lichaam nog kan Blijdschap en zoveel woorden kon ik in zijn ogen herkennen
Zonder de woorden te horen, weet ik het zijn woorden zonder leegte Hij schaamde zich niet, zeker niet voor het genieten Daar wil ik van leren, elke keer weer vieren tussen oeverrieten Vieren van doen wat zinvol is, ook in de menigte
Tijdens de marathon vier ik, ontroer ik, lach ik Lach ik, omdat ik ontdek dat ik hou van buiten Buiten omdat we het delen, ook al doen ze pijn mijn kuiten Elke glimlach die ik tegenkom, van binnen grinnik ik Vandaag besef ik dat niets mooier is dan geen schijn en herken ik in jou geen schaamte over wie we zijn