Gedicht 28 “In de flow”

Spelende kinderen tussen de glinsterende wateren
Ze lachen tussen de watergolven door
De een na de ander, een glimlach van oor tot oor
Oneindig onvermoeid is het spelen en schateren

Tussen hen speelt er geen tijd in het waterparadijs
Het gaat om het leren van het spel
Er is geen sprake van komkommer en kwel
Elke keer weer gaan en tussendoor een waterijs

Tussen hen, het golvende water en de eenden
Willen ze alleen maar ontdekken en vrij zijn
Tot het verdwijnen van de laatste zonneschijn
Samen verkennend, voelen zij zich geen vreemden

Wanneer hoor je de klik en mag je losgaan
Je haren laten wapperen, springen en in het water poelen
het water op je gezicht, het water tegen je aan voelen
Je hoeft alleen maar op het plankje te blijven staan

Na de afsprong spetterende waterdruppels die je afkoelen
Zonder angst koersen en zoeken naar de ideale lijn
Het enige constante dat overblijft is in het nu zijn
Volledig opgaan in de actie, spelen met de snelheid

De snelheid die zorgt voor optimale alertheid
Impact en impuls wisselen elkaar af in tempo
Een tempo dat zorgt dat je mee moet gaan met de flow
In de flow waardoor je boven jezelf uitstijgt

De stroom die je meevoert en energie geeft
Zonder moeite doorzetten, omdat je wil leren
Hoe je de vele obstakels kan bespelen, ontwijken en weren
Zonder bewust het besef dat je maar een keer leeft

Op de wakeboard-baan hoor je de klik en zie je de snelheid
Door hoe de 'Boarders' springen met volle betrokkenheid
Vallen en opstaan, koersen en vallen: het gebeurt allemaal daar
Het is grappig, prettig spannend dat gevoel van beetje gevaar
Zelfs het jongetje dat onzeker schreeuwt
Zie je over het water glijdend en hij sjoelt
Als in een sjoelbak alle kanten op maar wel een richting
een richting vooruit zonder verplichting
Zelfs hij die schreeuwt wordt kalm en geeuwt
Dat is kennelijk hoe ontspannenheid voelt