Ze ontspannen, schouders van verlichting Een zucht, een zucht van opluchting Dat het lichaam luistert, weer wil Na lange tijd sluimeren en stil
Onrustige nachten van lange ontkenning Lange gedachten van herkenning Zijn er even niet meer, ze verdwijnen Ze verdwijnen, net als de zwart-witte lijnen
Ze komt erachter, niets is wat het lijkt Voor de een is het horizontaal Blijkt voor de ander is het verticaal Vergelijk, het is maar hoe je het bekijkt
Alles lijkt een kader te hebben, elke keer Terwijl we het zelf hebben verzonnen En we vragen ons of wanneer Wanneer het is begonnen Dat we van iemand iets willen hebben, keer op keer
Als ze binnen is, voelt het lichaam benauwd, ze bruist Of ervaart ze het cadeau van de rust juist Als ze buiten is, voelt ze dan vrijheid Of ervaart ze de druk van ongelijkheid
Of de druk juist om gelijk te zijn Terwijl iedereen er mag zijn Zijn eigen gevecht aanvecht Terwijl iedereen er iets van zegt
Een zucht, een hartslag van opluchting Ze kalmeert, een zucht van verlichting Dat ze weer kan ademhalen Ook al spreken we verschillende talen
Ze kan weer, weer opnieuw lief zijn Zonder voorwaarden geven en blij zijn Dat het lichaam weer rustig kan zijn Zonder gebalde vuisten en venijn
Ze weet niet hoe ze het doet Ze weet wel hoe het niet moet Eerder heeft ze het niet geloofd Het opnieuw voelen, een zachte kus op haar voorhoofd
Ze ontdekt, niets is wat het lijkt Als je maar lang genoeg kijkt Ze zijn niet waar: die lijnen en printen Had ze maar eerder de kennis om te verbinden Een zucht, ze neigt naar dat wat ze kent Ze komt erachter, dat ze niet de enige is die weg rent
Ze ademt weer, regelmatig in timing Een zucht, een adem van opluchting Dat het lichaam fluistert en vertelt Wat ze nodig heeft is dat je rustig telt
Hoe raar en logisch, als een bang dier op vlucht Zoekend naar vrijheid, snakkend naar lucht Dat ze schrikt, dat ze zo reageert Behoefte naar veiligheid, zo aangeleerd Zo zie je dat iedereen zijn eigen gevecht heeft En alleen op die manier overleeft Ze sluiten af voor andere opties Of zien ze: het zijn maar illusies?