Ik zag, terwijl ik reed, een auto ons inhalen zoefend Een S-bocht maken, nog twee auto's voorbij gaan en remlichten knipperend verderop invoegend De drukte die er altijd al was, zie je soms niet meer als je eraan went Een vrouw die naast mij in de file schrikt Zwaaiend met haar hand, iets gebaart met afschuw in haar blik
Ik zag in de sportschool een man met geluids-oordopjes op, hard pratend tijdens zijn hardloopsessie op de loopband Een man die harder loopt dan dat hij kan, zwetend en puffend met een rood hoofd, zijn voeten stampend op de loopband
Ik zag, buiten bij het kruispunt vlakbij de basisschool, ouders die hun kinderen naar school brengen, gefrustreerd door de drukte van het verkeer, overbeschermend voor de veiligheid van hun kinderen
Ik zag, bij de supermarkt, vermoeide mensen die niet meer om zich heen keken, gewend om af te zonderen, schreeuwend en afkeurend naar anderen die niet aan eenrichtingsverkeer houden Een vrouw die de auto te snel instapte, na de boodschappen, achteruit rijdt zonder te kijkend, net een andere voorbijganger uitwijkend
Corona was de tijd van minder, van binnen zijn Minder drukte, minder haast, minder bezig met de lijn Minder praten, minder gezichtsherkenning, minder zeuren Minder jezelf meer aandacht voor de buren
Het was de tijd van minder contact, minder groepen Minder knuffelen, elkaar aanraken, minder iets lomps roepen Minder sociale verplichtingen, meer regelmaat en rust Minder projecten, minder nep doen, meer bewust
Corona was de tijd van bijzonder meer leren, Meer strijdvaardigheid en minder ijsberen Meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, Meer inleving voor de ander en eerlijkheid
Het was de tijd van luisteren naar vreemden Die niet veel anders zijn dan familie en bekenden Tijd van meer solidariteit en geduld, meer non verbaal Het was het gemis aan nabijheid, begrip voor elk verhaal
Ik zag een kist mechanisch de grond in gaan, langzaam verdwijnend Iedereen met respect een afscheid moment, in stilte elk levend lichaam stil en rechtop, zonder woorden van binnen ademend, met afstand beseffend. Ook ik merk dat ik niet durf te bewegen, voel dat mijn adem mijn borst bereikt, Rustig in mij, besef dat alle gedachtes zouden kunnen stoppen, wat nu heel vanzelfsprekend lijkt De zon schijnt nu de wolken zijn verschoven van baan Zachtjes regent het, zonder regen zou een regenboog niet bestaan Van een afstand observeer ik, het zonlicht maakt dat het gras groener lijkt Je ziet pas de bijzondere dingen als je rustig kijkt