Gedicht 36: “Coronacrisis, bijzonder leerzame tijd”

Ik zag, terwijl ik reed, een auto ons inhalen zoefend
Een S-bocht maken, nog twee auto's voorbij gaan en remlichten knipperend verderop invoegend
De drukte die er altijd al was, zie je soms niet meer als je eraan went

Een vrouw die naast mij in de file schrikt
Zwaaiend met haar hand, iets gebaart met afschuw in haar blik
Ik zag in de sportschool een man met geluids-oordopjes op, hard pratend tijdens zijn hardloopsessie op de loopband

Een man die harder loopt dan dat hij kan, zwetend en puffend met een rood hoofd, zijn voeten stampend op de loopband
Ik zag, buiten bij het kruispunt vlakbij de basisschool, ouders die hun kinderen naar school brengen, gefrustreerd door de drukte van het verkeer, overbeschermend voor de veiligheid van hun kinderen
Ik zag, bij de supermarkt, vermoeide mensen die niet meer om zich heen keken, gewend om af te zonderen, schreeuwend en afkeurend naar anderen die niet aan eenrichtingsverkeer houden

Een vrouw die de auto te snel instapte, na de boodschappen, achteruit rijdt zonder te kijkend, net een andere voorbijganger uitwijkend
Corona was de tijd van minder, van binnen zijn
Minder drukte, minder haast, minder bezig met de lijn
Minder praten, minder gezichtsherkenning, minder zeuren
Minder jezelf meer aandacht voor de buren
Het was de tijd van minder contact, minder groepen
Minder knuffelen, elkaar aanraken, minder iets lomps roepen
Minder sociale verplichtingen, meer regelmaat en rust
Minder projecten, minder nep doen, meer bewust
Corona was de tijd van bijzonder meer leren, 
Meer strijdvaardigheid en minder ijsberen
Meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, 
Meer inleving voor de ander en eerlijkheid
Het was de tijd van luisteren naar vreemden
Die niet veel anders zijn dan familie en bekenden
Tijd van meer solidariteit en geduld, meer non verbaal
Het was het gemis aan nabijheid, begrip voor elk verhaal
Ik zag een kist mechanisch de grond in gaan, langzaam verdwijnend
Iedereen met respect een afscheid moment, in stilte
elk levend lichaam stil en rechtop, zonder woorden van binnen
ademend, met afstand beseffend. 

Ook ik merk dat ik niet durf te bewegen, voel dat mijn adem mijn borst bereikt,
Rustig in mij, besef dat alle gedachtes zouden kunnen stoppen, wat nu heel vanzelfsprekend lijkt
De zon schijnt nu de wolken zijn verschoven van baan
Zachtjes regent het, zonder regen zou een regenboog niet bestaan
Van een afstand observeer ik, het zonlicht maakt dat het gras groener lijkt
Je ziet pas de bijzondere dingen als je rustig kijkt 

Geplaatst

in

door

Tags: